De festivalcultuur is nog altijd groeiende in Brabant. De economie trekt aan, bezoekersaantallen blijven stijgen en de provincie ziet er steeds meer voor terug. Desondanks ontstaan er steeds meer spanningen; samenwerkingen tussen organisatoren en overheden kunnen beter. Tijdens de eerste editie van Cultuurcafé, woensdag 21 november in de Hall Of Fame in Tilburg, ging een aantal hoofdrolspelers hierover in gesprek. Hoe is het gesteld met de (toekomst van de) Brabantse festivalcultuur?
door Mark Benthem
In een interactief panel onder leiding van presentator Ruben Maes lieten zowel sprekers als toehoorders hun mening horen. Kansen, zorgen en situaties uit eigen perspectief worden gedeeld.
De deskundigen: Siem Nozza (Nachtburgemeester van Eindhoven en onderdeel van Do It Together), Martijn Mulder (hoofddocent Leisure W. de Kooning Academie) en Ryan Palmen (Burgemeester van Hilvarenbeek). Ook zij hebben elk hun invalshoeken om het publiek te prikkelen.
Kwaliteit, geen groei
In zijn column neemt Siem Nozza de zaal eerst mee naar de tijd dat de meeste festivals de nadruk legden op het feesten zelf, pakweg 15 jaar geleden. Daarna begon een frisse wind te waaien in festivalland.
Om te overleven moest de kwaliteit – niet de groei van het festival – omhoog. Dat betekende: meer nadruk op bijvoorbeeld kunst, beleving en eten. Nozza’s eigen Extrema (Outdoor), waar hij lange tijd voor werkte, nam hierbij onder meer het voortouw.
Volg TIOH op Facebook:
Van intensieve samenwerking tussen gemeenten en festivals is dan nog weinig sprake. De nadruk ligt voor grote feesten meer op het commerciële plaatje en minder op samenwerken en een rol in de Brabantse samenleving. Dat is waar Nozza, nog meer dan nu, graag verandering ziet. Het ‘Grote Wij’ moet centraal staan, bepleitte hij in de Hall Of Fame. Op die manier kun je doelstellingen van elke organisatie behalen.
Hiermee doelt de Eindhovense nachtburgemeester op het samen optrekken van festivalorganisaties, gemeenten en lokale bewoners. Festivals horen in zo’n samenwerking niet alleen uit te gaan van eigen perspectief, maar ook bij te dragen aan de leefbaarheid van een regio. Organisaties moeten zich bewust worden van hun impact en deze gebruiken om de regio te betrekken en te verbeteren. Nozza ziet graag dat festivals meer de maatschappelijke rol toe-eigenen.
Eigentijdse aanpak
Ook Burgemeester van Hilvarenbeek Ryan Palmen streeft ernaar om door goede samenwerking alle partijen tevreden te houden. “We hebben met de Beekse Bergen een geschikte locatie voor festivals (o.a. Woo-Hah, Decibel, BKS, red.) en proberen met iedereen rekening te houden door samen te werken. We hebben onder andere veel contact met omwonenden. De communicatie is duidelijk en transparant over normen en regelgeving.”
De burgemeester ziet daarnaast ruimte voor verbetering in de vaak bureaucratische samenwerking tussen festivals en gemeente. “Belangrijk is dat we actueel blijven door onze aanpak in het juiste tijdperk te gieten. Het moderniseren van de wet- en regelgeving heeft een hoge prioriteit.”
Martijn Mulder vult Palmen aan: “De gemeente speelt een belangrijke rol door alle partijen echt serieus te nemen.” De wetenschapper ziet veel kansen om vergunningsprocessen te versoepelen.
Brabants festivalbeleid
Ja, concludeert het panel: er is een onderscheidend Brabants festivalbeleid. En nee, het is nog niet uitontwikkeld. Er zijn nog genoeg mogelijkheden tot verbetering in de toekomst. De onderliggende gedachte is dat elke partij het de ander zo makkelijk mogelijk moet kunnen maken. Vooral omslachtige processen die versoepeling nodig hebben zijn een groot struikelpunt, zoals het uitgeven van vergunningen. Dat is de uitdaging voor festivalliserend Brabant.
>> Zie ook: Wat is de kracht van de Brabantse dancefestivals (video)?
De dialoog aangaan is volgens alle sprekers en het aanwezige publiek de sleutel. Wil Brabant een onderscheidend festivalbeleid ontwikkelen, dan is het van belang dat voor een balans wordt gezorgd tussen behoeften van alle partijen. Met het steunen en het behartigen van belangen neemt de gemeente een grote zorg weg bij organisaties. De gemeente krijgt op hun beurt positiviteit en medewerking voor terug. Dát is het ‘Grote Wij’, aldus het panel.
Één ding is zeker: aan welwillendheid geen gebrek.