Het gras is altijd groener bij de buren, maar lange tijd lag dat gras toch vooral bij onze zuiderburen of boven de rivieren. De laatste tijd komt echter de ene na de andere puike line-up in Limburg voorbij. Bij de Nieuwe Nor maar ook zeker bij het voor ons naast de deur gelegen poppodium Grenswerk. Met dank aan de opgerekte sluitingstijd en het werk van danceprogrammeur Tim Gaal. “Je moet altijd denken in mogelijkheden.”

‘Ik word helemaal gek van die trappen”, verzucht een vrijwilliger die backstage een Grenswerk-shirtje uit de glazen kluisjes komt vissen. Hij heeft toch al even kunnen wennen. Net als bijna driekwart van de 100 vrijwilligers maakte hij precies een jaar geleden de overstap mee van Perron 55 naar Grenswerk. Een modern, ruimtelijk gebouw met een grotere zaal en blijkbaar iets meer trappen.
Steeds meer vrijwilligers druppelen binnen. Logisch, het hardstyle/hardcore feestje Beats Against Cancer staat op punt van beginnen. Het wachten is alleen nog op de verantwoordelijke voor die line-up en vele andere affiches (40% van de programmering is elektronisch), Tim Gaal. Een Venlo’s kwartiertje later – die hebben ze daar dus blijkbaar ook- komt hij binnen gespurt. ”De kleine moest te bed”, verontschuldigt hij zich.
Overgang van Peron55 naar Grenswerk
“Wat wil je drinken?” Hij trekt een grote zwarte koelkast open vol water en fris. Flesjes Bavaria vallen op. “Daar hebben we wel even over getwijfeld hoor.” Maar de bezoekers hebben de overgang naar het Brabantse bier en de fonkelnieuwe zaal meegemaakt. “Driekwart van de bezoekers komt nog steeds uit Venlo, al zagen we toen tijdens de Cold Harbour Night ineens dat er ook kaartjes verkocht werden in landen als Zweden en Spanje. Het is onze ambitie om grote namen en labels binnen te halen.”
“Het is onze ambitie om grote namen en labels binnen te halen.”
Zo staat 13 november bijvoorbeeld een van de grootste Belgische labels ooit, het technolabel R&S Records – met het Ferraripaard in het logo – op het programma met alleen maar artiesten uit eigen stal zoals Paula Temple en Vaal. Bijzonder is dat ook labelbaas Renaat Vandepapeliere mee komt. Hij gaat zes demo’s van lokale producers beoordelen (insturen kan nog tog 9 november), maar kruipt daarna ook zelf achter de decks.
Schaalbare zalen
“Dit soort avonden waren in Perron 55 niet mogelijk”, zegt Gaal. Op de vorige locatie was plek voor 250 man, nu is er een zaal voor 400 man, op het balkon – dat tevens als aparte zaal gebruikt kan worden- passen er nog eens 150. Daarnaast is het schaalbaar.
“We hebben enkele trucjes zodat het met 200 man ook gezellig is. We zetten de DJ in de zaal of laten de lichtconstructie zakken waardoor het intiemer wordt.” Tim is blij met de afmetingen. “Dit is een grootte die mogelijkheden biedt,al moet je je eerst bewijzen als zaal om je bij boekingskantoren in de kijker te spelen. Dat lukt aardig maar het duurt even om een reputatie op te bouwen. Het is belangrijk dat ze weten: Venlo is tof maar ook alles is goed geregeld.”
“We willen een gevarieerd programma aanbieden. Het moeten geen drie technofeesten in de maand worden maar we staren ons niet blind op genres. Doordat we tegenwoordig tot 6 uur open mogen blijven, kunnen we avonden ook breder opzetten, DJ’s langer laten draaien en een ‘reisje’ maken van bijvoorbeeld deephouse naar techno.”
“Wie ben ik om te zeggen: Dit moet je luisteren.”
Niet alles slaat aan in Venlo: “Ik zou graag een future bass feestje organiseren maar dat is te onbekend in de regio. Het blijft toch een provinciestadje en wat de boer niet kent, vreet ie niet. We proberen te prikkelen met line-ups, je moet ook naar behoeftes luisteren. Techno werkt, en iets verrassender wellicht: trance doet het hier ook altijd goed. Ik heb geen opvoedkundige taak. Wie ben ik om te zeggen: Dit moet je luisteren. ”
Samenwerken
Want ondanks een uitgesproken mening, is Tim vooral erg bescheiden. “Ik werk graag samen met lokale organisaties en collectieven en geef ook vaak zonder problemen de hele line-up samenstelling uit handen. Ik ben zelf bijvoorbeeld niet thuis in de Drum and Bass-scene, dan kun je beter de ervaringen en het netwerk aanwenden van anderen. “Je moet niet arrogant zijn en doen alsof je alles weet, maar juist overal een vinger aan de pols houden.”
Tim ziet daarin een belangrijke rol als programmeur. “Je moet jong talent aanwakkeren en ondersteunen. Organiseer het niet alleen, ga ook zelf draaien. We geven ze graag een kans, werken graag met (lokale) concepten maar moeten wel het gevoel hebben dat het gaat werken en iedereen er alles voor doet.”
Toewijding
Toegewijd zijn is het belangrijkste, denkt Tim. “Tegenwoordig zijn er opleidingen waar je alles geleerd wordt. Dat kan je natuurlijk een stap in de goede richting helpen. Maar wat je ook wil doen in de muziek, het belangrijkste is dat je vlieguren maakt en toegewijd bent. Het meisje dat je net rondleidde is hier ook begonnen als vrijwilligster.”
‘Ik wilde mijn dromen waarmaken’
Maar Tim is zelf ook een sprekend voorbeeld. Sinds 1999 is hij als vrijwilliger betrokken bij het poppodium. Eerst hielp hij mee met het geluid, daarna organiseerde hij regelmatig zelf een feestje. Dit alles naast zijn werk als ingenieur. “Ik heb dat zes jaar volgehouden tot ik op een punt kwam dat ik mijn dromen wilde waarmaken. Ik wist dat mijn echte passie hier niet lag.”
Tim werkte zich omhoog en is sinds 2007 danceprogrammeur, wat hij combineert met het werk als teammanager van het poppodium. Daarnaast is hij inhoudelijk betrokken bij het het Ruis Festival.
Venlo bruist
“Toen ik begon was het nog de tijd dat iedereen blij was als er ergens en feestje was. Tegenwoordig is er een overkill aan evenementen, maar ik denk altijd in mogelijkheden. Je moet niet samenwerken om het samenwerken, maar proberen elkaar te versterken.”
Zo lukte het Tim om veel bezoekers van Het Zomerparkfeest naderhand naar zijn tent te lokken. “Je zag echt dat mensen in de stad bleven hangen ‘omdat er nog iets te doen was’. Venlo bruiste echt die nacht. Dat is de doelstelling. We willen prikkelen. Het moment dat we hier boven komen en tegen elkaar zeggen ‘Het was niet veel vannacht, maar ach, we hebben wel winst gemaakt’, dat is het moment dat ik stop.”