Na de biografie over Dano is er nu ‘Gizmo – Een Haags Gabberverhaal’. Net als in het boek over zijn roemruchte Amsterdamse Dreamteam-collega lezen we hoe Ferry Salee uiteindelijk aan zijn eigen succes en de hardcore-hype onderdoor gaat.
Pijnlijke anekdote, aan het eind van ‘Gizmo – Een Haags Gabberverhaal’. Datgene waarmee Ferry Salee zijn carrière heeft opgebouwd wordt hem ruw afgepakt. Zijn apparatuur en platen. Ferry’s grote passie, in een klap weg door schulden als gevolg van succes. ‘Het voelde alsof mijn kinderen bij me werden weggehaald. Maar ja, dit zijn dingen die ik niet terug kan draaien. Weg is weg.’
In de kleine 200 pagina’s voorafgaand, lezen we hoe het zover heeft kunnen komen. De aanloop van het door Arthur Blok geschreven, bij Mary Go Wild! uitgegeven boek is wellicht wat lang en kabbelend, de afloop zeker niet.

Van Rollerdisco tot Rave The City
Ferry Salee (1965) groeit op als een nakomertje in een grote Indonesische familie in Den Haag. Hij sleutelt graag aan spullen, is een verdienstelijk skater en heeft al vroeg een passie voor muziek. Begin jaren ’80 mag hij zo plaatjes draaien (soul, funk) op de Rollerdisco. Het is de place to be, veel meer aan uitgaan is er op dat moment ook niet. Daarnaast draait hij op schoolfeestjes, met een soort eigen drive-in show.
Hij wordt vaker gevraagd, ook door clubs. Als hij tot twee keer toe is gezakt voor de mavo, stopt hij met school en rolt de horeca in.
Ferry draait ook steeds vaker buiten Den Haag. Aanvankelijk vooral in de Bios in Amsterdam, waar hij wordt binnengehaald door house-pionier Alex van Oostrom. Hij komt er voor het eerst in aanraking met vroege house uit de VS, en gaat die ook zelf draaien, in de slot-uren van zijn sets.

Zijn passie en carrière krijgen ook een boost door de diverse piratenzenders die Den Haag telt. Vooral het eigenzinnige Radio Stad Den Haag (met Coen Bom alias Peter van Leeuwen) is razend populair. De twee leren elkaar rond 1990 kennen. Er wordt veel house gedraaid.
De naam Gizmo
Aanvankelijk draait Ferry Salee jarenlang onder zijn eigen naam, maar gaandeweg wil hij een alias dat kort en lekker bekt. “Iedereen denkt dat ik het uit de film ‘Gremlins’ heb. Dat is dus niet zo. Ik had die naam voor het eerste gehoord in een rapnummer van het rap-duo Audio Two: Kirk ‘Milk Dee’ Robinson en Nat ‘Gizmo’ Robinson. Dj Gizmo is dus gewoon gejat.”
De echte doorbraak is op Rave The City, in 1991 in sportcomplex de Houtrusthallen in Den Haag. Het is een van de eerste echt grote housefeesten in Nederland en zal Den Haag nog jarenlang massaal laten hakken.
Ferry is niet geboekt voor de eerste editie maar laat het er niet bij zitten. Hij gaat met zijn platentas naar het feest en zegt dat hij het laatste halfuur wil draaien. Steve Sweet alias The Darkraver – dan nog gewoon beveiliger in de Haagse bibliotheek en als bezoeker aanwezig – ziet het gebeuren. “Joey Beltram werd halverwege zijn set onderbroken, zodat Ferry zijn kunsten mocht vertonen. Vanuit het publiek zag ik dat allemaal gebeuren, ik was knettervaag natuurlijk.”
Ferry: “Die Beltram bakte er niks van. Het maakte me helemaal gestoord.” De organisatie ziet het ook en wisselt Gizmo voor de Amerikaan. Mede-organisator Rob Velders: “Hij knalde zijn eerste plaat erin en het publiek ging helemaal plat. Vanaf dat moment was hij onlosmakelijk verbonden met Rave The City.”

Drank en drugs
En met hardcore in het algemeen. Gizmo schiet als een pijl omhoog en wordt op alle grote gabberfeesten geboekt. Hij komt als vierde lid bij het Dreamteam, met Dano, Buzz Fuzz en The Prophet. Daarnaast ontwikkelt hij zich als een verdienstelijk producer, die vaak zijn ‘909’ drumcomputer meeneemt naar optredens voor het live-effect.
Er ontwikkelt zich een historie die veel raakvlakken heeft met die van Dano, over wie Mary Go Wild! in 2016 al de biografie ‘Wat de fok ouwe‘ uitgaf. Ook in ‘Gizmo – Een Haags Gabberverhaal’ gaat het over wilde tourverhalen vol drank en drugs. Met voor Ferry Salee ook nog een gokverslaving erbij. Het is opnieuw een verhaal over een artiest die in feite overvallen wordt door al het succes van de hardcore-hype.
“Het leuke en het probleem in onze hoogtijdagen was dat het lang leve de lol was”

Niet iedereen gaat overigens mee in de maalstroom. Andere pioniers als George Ruseler (dj Distortion, Rotterdam Terror Corps) en Dov Elkabas (The Prophet) blijven letterlijk nuchter. Zij snuiven en drinken niet alle fees en royalties op, en investeren in hun toekomst.
Een mooie, typerende anekdote komt wat dat betreft van Ruseler, die aanvankelijk niet eens in de gaten heeft wat er allemaal gebeurt binnen het Dreamteam. Tijdens de Street Parade in Zurich krijgt hij het door, als Ferry, Dano en Mark Vos (Buzz Fuzz) steeds naar de wc moeten tijdens een potje kaarten waarin Ruseler voortdurend geld verliest.
Duizend aan dope door de plee
Als Vos voor de zoveelste keer opstaat, besluit hij hem te volgen. “Oor op de deur van de wc en ja hoor, ik hoorde een hard gesnuif. Ik bonkte keihard op de deur en schreeuwde “Aufmachen, Polizei.” Vervolgens werd de wc een paar keer doorgespoeld. Hij doet de deur open met een wit weggetrokken gezicht, kijkt me aan en zegt: “Vuile klerelijer, dat was een duur grapje.” Ik geloof dat hij voor bijna duizend gulden dope door de plee had gespoeld. Daarna heb ik al mijn geld teruggewonnen. Ze waren helemaal van slag.”
Mede-Hagenees The Darkraver, met wie Gizmo veel optreedt en feest: ‘Het leuke en op hetzelfde moment het probleem in onze hoogtijdagen was dat het lang leve de lol was. Zo hield niemand zijn financien bij. Het was een uit de hand gelopen hobby, bijna alles werd zwart gedaan.” Daarnaast werd Ferry veelal omringd door de verkeerde mensen. En managers hadden ze nog niet.
Uiteindelijk staat de fiscus op de stoep. Gizmo kan de vele blauwe enveloppen eerst nog beantwoorden met betalingen. Maar als de hardcore rond de millenniumwisseling keihard instort, en Gizmo wel op dezelfde voet blijft leven, is ook een persoonlijke crash onafwendbaar. Rond 2006 heeft hij een schuld van ruim een ton opgebouwd. Nog altijd is hij die aan het afbetalen, niet alleen als dj maar ook als monteur.
‘Gizmo – Een Haags Gabberverhaal’ is na de boeken over Dano en ook Multigroove geen eye-opener meer. Het werpt wel mooi – en terecht – licht op de invloed van de Hofstedelijke scene op de hardcore. Daar waar de aandacht veelal uitgaat naar Mokum en Rotterdam. Den Haag hakte een flinke portie mee, en Gizmo, met al zijn hoog- en dieptepunten, is daarvan zeker het (dramatische) uithangbord.
Gizmo – Een Haags Gabberverhaal
Uit via Mary Go Wild! Het boek is hier te bestellen.