In 1994 bracht The Prodigy het donkergetinte, met rauwe breakbeats geladen album ‘Music for the Jilted Generation’ uit. In Engeland worden kinderen geboren in de jaren ’80 én in de periode 2001-2011 tot deze ‘afgewezen generatie’ gerekend. De vraag dringt zich intussen op of de jongeren van nu ook hun eigen soundtrack zullen gaan krijgen als ‘corona-generatie’. De verwachtingen zijn immers dat het virus nog langere tijd onder ons zal zijn, met alle gevolgen van dien. Het zal downpitchen maar kan ook weer uppitchen. Hoe zal de door corona geïnfecteerde (dance)muziek klinken en hoe zal de bijhorende scene eruitzien? En is er eigenlijk een relatie tussen muziek en crisis?
door Ton Wilthagen
Popmuziek en een eigenstandige jongerencultuur zijn een verschijnsel van na de Tweede Wereldoorlog en hebben te maken met de welvaart die toen ontstond. In 1958 kende Nederland een korte economische recessie, maar in 1960 was er een economische groei van maar liefst 9 procent.
Rock-’n-roll had de voetjes eerder al van de vloer getild en beatmuziek ging nu de swinging sixties domineren in een tijd van ongekend optimisme en dito welvaart. Wasmachines, televisies en auto’s kwamen voor bijna iedereen binnen handbereik. De sociale voorzieningen werden beter. Neil Armstrong zette in 1969 als eerste mens voet op de maan.
“I Wanna Hold Your Hand”, zongen The Beatles. Toen dus wel, nu even niet. “Even the Bad Times Are Good”, dichtte de eveneens Britse band The Tremeloes.
Love and Peace
In 1973 en 1979 deed zich een oliecrisis voor die een enorme impact had, ook op de werkloosheidcijfers. Autoloze zondagen werden ingesteld en op muzikaal gebied verschenen letterlijk slappe vinylplaten, omdat er werd bespaard op de olie.
Vóór die tijd was er een grote muzikale tegencultuur opgebloeid in de vorm van de hippiebeweging met haar folk- en rockmuziek, haar bloemrijke kleding en ‘Love and Peace’-filosofie. Die hippiecultuur was niet crisis-gerelateerd, maar verzette zich in tekst, muziek en symbolen tegen de consumptiemaatschappij van de jaren ’60 en specifiek tegen de Vietnamoorlog waarin Amerika verzeild was geraakt.
No Future en Gangsta Rap
Hoewel disco er nog een tijd flinke de moed inhield – in 1977 was de wereldpremière van de film ‘Saturday Night Fever’ -, leidden de miserabele economische situatie en woningnood eind jaren ’70 tot de opkomst van rauwe en do-it-yourself punk en new wave-muziek. Toen rond 1981-83 jongeren massaal werkloos werden, bedrijven het loodje legden en conservatieve regeringen in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten meedogenloos gingen bezuinigen, kleurde de muziek gitzwart.
“No Future” was het sombere adagium van punks en krakers, zoals vertolkt door The Sex Pistols: “Don’t be told what you want. Don’t be told what you need. There’s no future. No future. No future for you.” De naam van een andere band, The Damned, liet ook weinig te raden over. In Nederland heugen we ons nog de grootschalige krakersrellen in Amsterdam en Nijmegen, die escaleerden tijdens de kroning van Beatrix op 30 april 1980 (“Geen woning, geen kroning”).
Don’t be told what you want. Don’t be told what you need. There’s no future.
Ook de new waver’s in hun vleermuis-achtige outfits wilden nog steeds een dansje wagen. Maar ook die dansbare new wave muziek, gebaseerd op elektronische beats, was donker. Fad Gadget was razend populair in Engeland. Joy Divison, waarvan zanger Ian Curtis tussen de regels van zijn teksten door zijn zelfmoord (op 23-jarige leeftijd) aankondigde ging deels over in New Order (‘Blue Monday’), die een mix maakten van post-punk met elektronische dance.
Ook in Amerika ramden punks erop los met onder andere The Ramones en Iggy Pop en zijn band, verklaart Ryan Moore in zijn boek ‘Sells like Teen Spirit’. Maar in dat land ontstond ook een andere, zwartgallige en zelfs gewelddadige hiphopstroming onder de naam Gangsta Rap, waarin rappers hun ellende en vijandschap met andere gangs en de politie verwoorden en soms zelfs in daden omzetten.
Smilies
Eind jaren ’80, toen de economie en arbeidsmarkt weer in bloei stonden, en Nederland eindelijk een keer tot Europees kampioen voetbal was gekroond, verrees met de opkomst van (acid) house ook een nieuwe orde in de muziekcultuur. Het werd ‘feest’, zoals beschreven in het boek ‘Dutch Dance‘ van TIOH-hoofdredacteur Mark van Bergen.
De house en dancecultuur, met smilies, fluorsticks en fluitjes en niet te vergeten xtc, zou een onvoorstelbare revolutie inluiden, zowel qua sound als in festivals, merchandise en dj-sterrendom. Nederland, handig voortbouwend op Amerikaans, Engels en Belgisch muzikaal voorwerk, werd wereldwijd marktleider.
House en dance waren en zijn vooral hedonistisch, ‘good times music’. Het streven naar vrijheid en losgaan was niet politiek of ideologisch, in ieder geval niet in directe zin. De generaties die er vol indoken, waren hardwerkende en schoolgaande jongeren, geen kansloze werklozen, ook al zagen de gabbers er met hun kale koppen, bomberjacks en 180 bpm terrorbeats vervaarlijk uit. Dat de autoriteiten in het begin ongerust en soms in paniek reageerden op deze ‘no limits’ cultuur, is een ander verhaal.
In elke jongeren- en muziekcultuur zijn voortdurend ‘happy’ en ‘dark’ subculturen en stijlen te vinden. Dat is zo in dance (dark techno en darkcore) en in rock (gothic en death metal), maar dat doet niets af aan de op enig moment dominante cultuur- en muziekstroming. Er zijn altijd groepen die meer of juist minder somberen en dat uitdragen in muziek, kleding en gedrag.
>> Zie ook – 30 Jaar Dutch dance: Tiësto op de Olympische Spelen
Dipje wegwerken
Begin 2000 vertoonde de economische curve in Nederland weer wat forse dipjes. Die werden muzikaal niet hoorbaar en kenbaar vertaald. De dancestreek werkte die dipjes muzikaal en cultureel moeiteloos weg. Zeker in Nederland, want de ‘flying Dutch’ waren tot grote hoogte aan het stijgen. Dj Tiësto (foto boven) bereikte zelfs Olympische hoogtes door met zijn set de Spelen van 2004 in Athene te open.
Het is fascinerend dat dit wegwerken van dips zelfs lukte in de Grote Recessie (de financieel-economische crisis die duurde van 2008 tot en met 2014), dus niet minder dan 6 jaar op een rij. In de zomer van 2011 bereikte de Nederlandse dj Afrojack samen met rapper Pitbull zelfs de nummer 1 positie in de Amerikaanse Billboard Hot 100 met ‘Give me everything’. De tekst luidt dan wel “For all we know we might not get tomorrow. Let’s do it tonight”, maar de hoofdregel “Give me everything tonight” gaat echt niet over banen of woonruimte.
De Nederlandse dance piekte juist tijdens de Grote Recessie
Het is nog niet voldoende onderzocht, maar er lijkt dus zelfs tijdens een crisis van die omvang geen nieuwe ‘crisismuziek’ te zijn geboren. Ook werden de donkere stijlen absoluut geen mainstream. Toch werden heel veel jongeren werkloos en werd er ook in Nederland fiks bezuinigd.
Maar de Nederlandse dance – trance en EDM in het bijzonder – piekte juist in deze periode van economische dalen. Nederland liet cultureel niet de schouders hangen, maar stak de handjes in de lucht. Nog nooit gingen zoveel mensen naar festivals en feesten. Dat de uitlaatklep mogelijk in drugsgebruik en – productie werd gezocht en gevonden, is een stelling die het waard is om verder te worden bestudeerd.
Volg TIOH op Facebook:
Help jezelf, en geef je like! Je blijft zo op de hoogte van het laatste nieuws uit de scene en van onze video’s en achtergronden.
Voorafgaand aan deze grote economische crisis zette nog een angstaanjagende crisistrend in, in de gedaante van wereldwijde terroristische aanslagen. Wat het westen betreft was 9/11 in de VS de eerste grote schok. In de jaren daarna werden ook landen als Spanje, het Verenigd Koninkrijk, België, Frankrijk en Zweden opgeschrikt door gruwelijke aanslagen.
In de VS is onderzoek gedaan naar de muziek en teksten die na 9/11 een rol gingen spelen in de reactie op en verwerking van de schokkende gebeurtenissen. Murray Forman beschrijft in zijn artikel ‘Soundtrack to a Crisis’ de functie van muziek in het kanaliseren van gevoelens en emoties die loskomen in dergelijke omstandigheden. Hij verwijst naar de uitroep van Bob Marley (in ‘Trenchtown Rock’): “One good thing about music, when it hits you feel no pain.”
Forman zag twee soorten muziek opbloeien in die tijd. Bestaande nummers met nieuwe, meditatieve, New Age-achtige arrangementen (Alicia Key’ soulful versie van de Donny Hathaway klassieker ‘Someday We’ll All Be Free’, een gevoelige cover van Lennons ‘Imagine’ uitgevoerd door Neil Young), naast meer patriottisch getoonzette muziek (Jimi Hendrixs Woodstock versie van ‘The Star Spangled Banner’).
Multi-cultuur en -ritmes
Na de financiële crisis keerde de krapte op de arbeidsmarkt weer snel terug. Er waren tot voor kort nog nooit zoveel mensen in Nederland aan het werk en de winsten van bedrijven zijn hard gestegen. In deze betere tijden – zeker niet iedereen slaagt op school en in een baan – zagen we in Nederland in andere landen de sterke opkomst of anders gezegd terugkeer van hiphop en rap.
Nederlandstalige hiphop en rap zijn afgelopen jaren enorm groot geworden onder de jongste generatie, met veel nieuwe helden en sterren met een migratie-achtergrond. Deze generatie benut naar hartenlust social media en kan levensgroot worden en geld en credits verdienen via Youtube, Soundcloud en Spotify zonder een klassiek platencontract. Ook de mainstream wordt bereikt en gevestigde artiesten en festivalorganisatoren reiken deze jonge artiesten gretig de hand.
In deze scene zijn anders dan in dance four-to-the-floor beats niet de basis, hoewel er af en toe wordt gestrooid met hardcore beats. Behalve vertrouwde hiphop beats worden ritmes gebruikt uit Spaanse en Afrikaanse culturen, zoals reggaeton, soca en dancehall.
Voor de teksten, die zeer belangrijk zijn, geldt dezelfde variatie. Feest, relaties, seks, vrouwen en drugs blijven populaire onderwerpen. Waarbij overigens ook vrouwelijke artiesten van zich laten horen.
Maar er wordt ook gerapt en gezongen, doorgaans in straattaal, over persoonlijke problemen en twijfels. Snelle: “En noem me paranoïde, of noem het ouder en wijzer. Ik ben met real ones, yeah, ook”. Zo spreekt en drukt een nieuwe generatie zich uit.
>> Zie ook – Coronavirus: Positieve draai via streams en memes
Een nieuwe soundtrack en scene?
De crisis waarin we nu onverwacht zijn beland behelst een ongekende combinatie van een wereldwijde corona-uitbraak en een navolgende economische recessie. Zowel de gezondheid als de banen van mensen worden aangetast. Bovendien zijn mensen door de genomen maatregelen veroordeeld tot thuisblijven en thuiswerken en bestaat er in allerlei opzichten grote onzekerheid over de toekomst.
De culturele sector en de horeca liggen volledig op hun gat. Ook de dance en andere festivals die een nieuw seizoen zouden inluiden, zijn afgelast en evenementenorganisatoren vrezen voor de toekomst. Creativiteit en innovatie zijn ‘key’.
Wat kunnen we verwachten met betrekking tot de doorontwikkeling van de muziekscene en de muziek zelf? Een betrouwbare voorspelling is onmogelijk te geven. Wel zijn 3 ingrediënten te noemen, die – in welke mix en combinatie dan ook – van invloed kunnen blijken:
1. Digitalisering in de hoogste versnelling
In de eerste plaats kan veilig worden aangenomen dat de muziek en de muziekscene zich, en zeker in de dance, nog sneller online en in virtual reality zullen ontwikkelen. Digitalisering heeft al jaren een forse invloed en die zal met sprongen groter worden.
Artiesten produceren uiteraard digitaal, maar houden nu ook digitaal nog meer contact met hun publiek. Op allerlei manieren worden gigs en sets uitgezonden en in beeld gebracht, al is het vanuit een leeg Ahoy. Deze noodgedwongen opschakeling zal zeker vruchten gaan afwerpen, dat is een positief gevolg. DYI – Do it yourself – wordt nu ook DI@H – Do it at home.
Ook kan worden gewezen op de mogelijkheid om muziek te personaliseren. Kunstmatige intelligentie en datawetenschap zullen daarbij gaan helpen, zoals nu ook medicijnen worden gepersonaliseerd. Muziek zal dan minder een standaard massaproduct worden maar kan letterlijk directer gaan inspelen op de voorkeuren en actuele emoties van individuele consumenten en fans. Spotify zet daar ook op in. Uiteraard zonder daarmee gezamenlijke beleving, identificatie en verbinding te niet te doen, want dat blijft de kernfunctie van muziek. Daardoor ontstaan nieuwe businessmodellen.

2. De 1,5 meter scene
Een tweede ingrediënt houdt hiermee verband. Er moet worden teruggeschaald. Grote evenementen zullen waarschijnlijk nog langere tijd niet mogelijk en uit den boze zijn. Zoals de economie nu in eerste instantie transformeert naar een ‘1,5 meter economie’ zal dat met muziekmanifestaties ook (moeten) gebeuren. ‘Stadion house’, ‘music for the masses’, zoals in het EDM (Electronic Dance Music)-tijdperk zullen misschien tot het verleden gaan behoren.
Kleinschaligheid wordt troef. Dat past overigens bij een trend die al gaande is, en waar veel mensen niet negatief tegenover staan. Muziek kan dan nog intenser en aandachtiger gezamenlijk worden beleefd.
3. Donkere, melancholische of retro-invloeden en cross-overs
Tot slot het derde ingrediënt: de aard van de muziek. Dat is net zo goed speculeren. De geschiedenis leert wel dat in langdurig slechte economische en sociale omstandigheden muziek harder en agressiever kan worden, als een uiting van protest en frustratie.
In de Grote Recessie lijkt dat echter niet het geval te zijn geweest. Juist dance functioneerde toen cultureel als wat in de economische wetenschap een automatische stabilisator wordt genoemd. Misschien is het nog adequater om van een feestelijke bliksemafleider spreken.
Net als na 9/11 kan de muziek straks gevoeliger en melancholischer gaan klinken
Toch kan de toon van de muziek de komende tijd donkerder worden. Kleine, maar onheilspellende stromingen in de huidige muziek, zoals Drill Rap, gerelateerd aan groeiend messenbezit, zouden zomaar de boventoon kunnen gaan voeren. Tegen te werpen is dat mensen de ‘schuld’ van de crisis niet makkelijk bij de regering of (zoals in de vorige crisis) bij de banken zullen leggen, nu het coronavirus de aanstichter is. In Nederland, probeert de regering juist zoveel mogelijk banen te behouden, maar in de VS wordt een record aantal mensen nu werkloos.
Klimaat
Een bijzonder effect kan uitgaan van het gezondheidskarakter van de huidige crisis. Mensen worden ziek, kunnen daar nog lang last van houden. Een behoorlijke groep overleeft corona niet en daar zullen we om rouwen. Wellicht gaan we gezondheid, werk, relaties en solidariteit meer waarderen. Dat bekent dat, net als na 9/11, de muziek gevoeliger, emotioneler en melancholischer kan gaan klinken.
En er is nog een crisis gaande: de klimaatcrisis. Ook daar zijn mensen, jongeren in de eerste plaats, zoals we hebben kunnen zien in de acties van klimaatspijbelaars, boos, ongerust en verdrietig over.
Ook kunnen retro-elementen van invloed worden: dj’s en producers laten in de muziek hun terugverlangen naar de oude, onbezorgde tijden doorklinken. Het publiek kan dat ook gaan verwachten of er in ieder geval voor open staan.
Het spelen met retro-elementen is overigens altijd aanwezig in muziek, in welk genre dan ook. Wellicht krijgt dance-veteraan en Extrema-baas Marcel Mingers gelijk en worden we allemaal neo-hippies op kleinschalige festivals, met warme elektronische muziek. Love, Peace & Beats.
>> Zie ook – Moment van waarheid: Hoe trotseren acts en events de coronacrisis?
Music is the Answer
Veel zal ook afhangen van het toekomstperspectief, de voorkeuren en samenstelling van de jongste generatie, dus de tieners van nu. Die generatie is zoals gezegd sterk divers en multicultureel samengesteld. Met hun teksten en beats kan veel, die kunnen makkelijk worden aangepast aan een nieuwe tijdgeest door de behendige beats- en woordensmeden. Sowieso is te verwachten dat er nog veel meer dan nu culturele cross-overs zullen plaatsvinden in muziek en muziekevenementen.
In 1998 brachten Danny Tenaglia en Celeda ‘Music Is The Answer (To Your Problems)’ uit. Deze track werd een anthem en is regelmatig gesampled. De relatie tussen muziek en crisis, of beter gezegd tussen muziek en goede en slechte tijden, is complex en niet eenduidig. Muziek kan doen weerklinken, accommoderen, kanaliseren, inspireren, opruien, afleiden, ontspannen, troosten en verzachten, in welke crisis of situatie dan ook.
Maar muziek laat zich niet bij voorbaat orkestreren. Het is spannend om de muzikale interpretatie van het (post)corona-tijdperk te gaan beluisteren. Wie het hoort mag het zeggen.
Ton Wilthagen
Professor Ton Wilthagen is hoogleraar arbeidsmarkt aan Tilburg University en daarnaast fervent liefhebber en kenner van elektronische muziek. Hij was o.a. adviseur voor het boek ‘Dutch Dance’. Over hoe de post-corona-samenleving eruit gaat zien schreef hij onlangs dit artikel voor ZipConomy.
Hoofdfoto: Baptiste MG on Unsplash.