Elke dj weet het nog goed: de eerste keer draaien buiten de veiligheid van het eigen slaapkamertje en plots voor een publiek staan – hoe klein of groot dan ook. Wel of geen voorbereiding, en hoe zat het met de zenuwen? Velen zijn vaak met vinyl begonnen, hebben tallozen zich door de jaren heen ook de digitale wereld eigen gemaakt en ‘are still going strong’. Deze week in de serie MY FIRST GIG: de Britse dj/producer Danny Howells. “Ik was verschrikkelijk nerveus en bang dat ik het zou verpesten.”
“Ik groeide op in de jaren zeventig in een muzikaal gezin in Hastings, in het zuiden van Engeland”, vertelt Danny Howells. “Mijn moeder was gek op Motown en The Beatles. Mijn tante luisterde naar pop, Bowie en Led Zeppelin. Dus ik was al op jonge leeftijd gewend om allerlei verschillende genres te horen.”
Met twee jaar eerste platenspeler
Danny Howells: “Volgens mij kreeg ik op mijn tweede al mijn eerste platenspeler. Andere kinderen hadden speelgoed, ik was altijd met dat ding in de weer. De platen kreeg ik van iedereen om me heen. Later kwam er natuurlijk een cassetterecorder waarmee ik muziek van de radio op kon nemen. Het waren de seventies dus soms was de muziek ook nog visueel spannend, denk maar aan Bowie. Ik was compleet geobsedeerd door muziek en dat ben ik nog steeds.”

Hou je gear in perfecte staat
“Als tiener begon ik mixtapes te maken en draaide deze soms op bruiloften binnen de familie. Als er een ‘echte’ dj was, maakte ik altijd een praatje. Op een van de bruiloften stond een dj die vervolgens de hele avond notities voor me heeft gemaakt met tips voor het draaien. Denk aan zaken als: ‘Neem altijd genoeg verschillende muziek mee naar een event’, ‘Oefen thuis met praten in de microfoon’ en ‘Houd je gear in perfecte staat’. Dat briefje heb ik nog steeds ergens liggen.”
“De jaren tachtig stonden bol van de 12 inches, daar had ik dus stapels van. Frankie Goes To Hollywood, ‘Blue Monday’ van New Order en Madonna. In Hastings was een levendige clubscene. De muziek die er echter werd gedraaid, bestond vooral uit populaire radiodeuntjes of optredens van live bands.”
John Digweed’s Bedrock
“Totdat John Digweed, die ook in de regio is geboren en getogen, begon met het geven van feestjes in een club genaamd Crypt. We hebben het nu over het begin van de jaren negentig.”
“De eerste keer dat ik erheen ging was er volgens mij een Bedrock-feest. Het was tevens de eerste keer dat ik een hele avond lang alleen maar deze bijzondere muziek hoorde en niet plaatje op en plaatje af, gemixt met bijvoorbeeld ‘Primal Scream’. Hier hoorde ik ‘Orbital’ en het deed iets met me. Het voelde als een natuurlijke ontwikkeling dat ik me hierin ging verdiepen.”
Het was destijds zo bijzonder omdat alle mogelijk muziekculturen in elkaar overvloeiden

Weergaloze sfeer
“Het was een bijzondere tijd. We bevonden ons niet in het epicentrum van de house, London, maar bereikten wel een vergelijkbare, weergaloze sfeer. Het is sindsdien nooit meer hetzelfde geweest. Daarmee wil ik niet zeggen dat het slechter is geworden, maar vooral anders. Het was destijds zo bijzonder omdat alle mogelijk muziekculturen in elkaar overvloeiden. Je trof in de housescene ook goths aan. Het was verfrissend om te zien hoe alle ‘gangs’ samenkwamen en zich verenigden in de muziek.”
Verjaardag van Prince
“Mijn eerste keer draaien voor een klein publiek is een verhaal apart. Mijn vrienden en ik waren namelijk gek van Prince en besloten een feest te geven ter ere van Prince’ verjaardag. Dit deden we in een klein clubje dat Cricketers heette. We draaiden de hele avond nummers van Prince en wat andere soul en R&B. Ik herinner me dat De La Soul de revue is gepasseerd. Ik weet ook nog wel dat we stomdronken zijn geworden.”
“Hier stonden voor het eerst twee draaitafels voor mijn neus. Ik wist binnen een minuut wat ik ermee kon doen. Dat ging volslagen natuurlijk. Vanaf dat moment wilde ik er zelf ook twee hebben. Ik had echter net mijn eerste baan als assistent verpleegkundige in een psychiatrische kliniek en verdiende bar weinig.”
“Gelukkig kende ik een jongen die wat apparatuur in zijn winkel had staan, waaronder JB Systems platenspelers. Die mocht ik op afbetaling bij hem kopen, zodat ik thuis aan de slag kon. Ik denk dat ik wel tien jaar op deze beltdrives heb gedraaid. Ik heb er nog steeds eentje staan en hij doet het nog perfect.”
>> Zie ook – Interview Danny Howells: Loving the crowd

Amazing experience
“Met die twee platenspelers maakte ik uiteraard ook weer mixtapes die ik aan vrienden gaf. Ik was totaal niet bezig met een carrière als dj of voor een publiek staan, ik vond het vooral leuk om die tapes te maken. De eerste was erg slecht, dat weet ik nog wel”, vertelt Danny Howells.
“Mijn vrienden vonden die tapes uiteindelijk wel leuk en waren van mening dat ik met clubeigenaren moest gaan praten zodat ik er kon draaien. Ze pushten me net zolang tot ik in 1991 bij Crypt aan de bel trok en daar een half uurtje op een vrijdagavond house mocht draaien. Dat beviel de eigenaar zo goed dat ik mijn eerste residency kreeg. Dat was een amazing experience.”
Voordat je verder leest…

“In diezelfde tijd gaf een vriend een van mijn tapes aan John Digweed. John belde me naar aanleiding daarvan op maar ik was niet thuis. Ik moest hem uit een telefooncel terugbellen. Ik was supernieuwsgierig wat hij van me wilde. Toen ik hem eindelijk te pakken kreeg, bleek dat hij mijn stijl kon waarderen en me als opening-dj wilde voor een groot event op de Hastings Pier. Dat was eind ’91 of begin ’92.”
“Daar stond ik dan, voor drie- of vierhonderd mensen. Ik was verschrikkelijk nerveus en bang dat ik het zou verpesten. Nee, ik heb desondanks niets voorbereid thuis. En ja, ik had enkele instructies van John gekregen. ‘Je bent niet de ster van de show. Probeer de mensen die binnenkomen rustig in de nacht te zuigen’. Ik wist dus dat ik niet moest pieken. Op basis daarvan heb ik platen geselecteerd. Ter plekke bekijk ik dan welke ik draai. Met dertig jaar ervaring doe ik het nog steeds zo. Het gaat erom dat je op de crowd reageert, het is een interactie.”
Malen
“Ik weet niet meer of ik fouten heb gemaakt. Waarschijnlijk wel, maar niet van dien aard dat het iemand opviel. In eerste instantie was ik niet echt tevreden over mijn optreden. Het bleef maar door mijn hoofd malen of ik wel goed genoeg was geweest. Tot op ik maandag het verlossende telefoontje kreeg: ‘Je hebt het prima gedaan, we willen dat je vaker bij ons draait’.”
Ik werkte crazy hours, soms wel veertien uur per dag

Crazy hours
“Mijn familieleden kwamen in die tijd niet naar mijn gigs. Gelukkig had een grote vriendenkring die me kwam steunen. Voor meisjes had ik in die periode geen tijd. Ik werkte crazy hours, soms wel veertien uur per dag. Ik werkte of ik feestte, dat was mijn leven.”
“Ook kwamen we geregeld met de lokale dj’s bij elkaar. Het was een echte community, waarin we uren over de platen praatten die we net hadden gekocht of samen stonden te draaien. Je kunt dus zeggen dat we elkaars mentor waren. John Digweed was de grootste lokale man. Hem te zien draaien, was een enorme bron van inspiratie.”
Hartaanval
“Juist bij een event van John ging het vervolgens een keer helemaal mis. John had Sasha uitgenodigd maar dit niemand verteld. Ik moest de boel opwarmen, maar het lukte niet. Wat ik ook deed, het publiek reageerde nergens op en ik werd wanhopig. John gaf toe dat het een raar publiek was, maar wat moest ik ermee? Toen hij vervolgens ook nog eens Sasha aankondigde, kreeg ik bijna een hartaanval. De paniek was compleet! Nee, niet vanavond! Niet nu ik net zo’n moeizame set had gespeeld!”

Buitenlandse gigs
“Sinds 1994 produceer ik ook. Ik leerde Tim Cross kennen, een man die een stukje ouder is en me fascineerde omdat hij in punkbands had gezeten. Bij hem thuis is het produceren begonnen. In 1994/’95 tekenden we muziek bij diverse labels. Dit heeft mijn carrière een goede boost gegeven en naar het volgende niveau getild. Onze vierde track ‘Crash’ onder het alias Squelch was behoorlijk succesvol en leidde tot mijn eerste buitenlandse gigs in Ierland en Nederland.”
“In Nederland liep het lekker omdat ik in ’97 of ’98 Mick Boskamp ontmoette. Hij was journalist voor Playboy en gefascineerd door de elektronische dansmuziek. Hij strikte me voor een mixalbum dat bij ID&T is gereleased. Sindsdien heb ik vaak in Nederland gedraaid.”
Corona
“Nu ligt in de dancescene natuurlijk alles op z’n gat. Ik werk als vrijwilliger bij een lokaal veganistisch restaurant wat door corona in zwaar weer is gekomen. Hoewel het niet echt mijn forte is, heb ik me daar met de decoratie beziggehouden. Ik heb de afgelopen maanden twee of drie tracks uitgebracht, maar Covid-19 heeft mijn drive wel wat weggenomen.”
“Ik zie het niet zitten om online te draaien of in een venue met social distancing. Dat is gewoon niet mijn stijl. En alleen vanuit mijn huis draaien, daar voel ik me niet comfortabel bij. Niet weten voor wie ik draai, vind ik niks. Wat gigs met publiek betreft, is het dus afwachten wat de toekomst brengt.”